Woninghuur Algemeen

Toepassing Woninghuurwet vs. Vlaams Huurdecreet 2019

Door de wet van 20 februari 1991 werd de “Woninghuurwet” in het leven geroepen. Deze regels zijn van toepassing op huurovereenkomsten gesloten voor 1 januari 2019, die dienen tot de hoofdverblijfplaats van de huurder.

Op contracten gesloten na 1 januari 2019 zal voortaan het “Vlaams Woninghuurdecreet” van toepassing zijn. Immers werd de bevoegdheid inzake huur naar de gewesten overgedragen. Belangrijk is dat het contract na 1 januari 2019 is ondertekend. Contracten die voor deze datum werden ondertekend, maar wel ingang vonden op 1 januari 2019 vallen nog onder de oude regels.

Let op! Contracten ondertekend na 1 januari 2019 vallen onder het nieuwe Vlaams Woninghuurdecreet.

Zowel de bepalingen in de Woninghuurwet als deze in het Vlaams woninghuurdecreet zijn van dwingend recht, zodat partijen er niet zomaar van kunnen afwijken en strijdige bepalingen bestraft worden met de relatieve nietigheid. Dit laatste wil zeggen dat enkel de meest beschermde partij de vernietiging van de regels wegens een schending ervan kan inroepen.

De belangrijkste voorwaarde bij de woninghuur is dat de gehuurde woning zal dienen tot de hoofdverblijfplaats van de huurder. De verhuurder kan hiertoe uitdrukkelijk of stilzwijgend toestemming geven bij de aanvang van de huurovereenkomst. Wanneer de verhuurder pas op een later tijdstip de toestemming geeft aan de huurder om het pand als hoofdverblijfplaats te gebruiken moet dat schriftelijk gebeuren. In dat geval neemt de huurovereenkomst een aanvang de dag waarop deze toestemming is verleend.

In de wet is geen definitie van ‘hoofdverblijfplaats’ terug te vinden. In de praktijk gaat het om de feitelijke toestand die met alle middelen van recht kan bewezen worden, zoals onder andere getuigen en vermoedens.

Zowel de woninghuurwet, als het Vlaams Woninghuurdecreet zijn niet van toepassing wanneer de huurder zijn beroep uitoefent in het pand. De huurder kan het huurpand wel gebruiken om er zijn beroep in uit te oefenen, als de hoofverblijfplaats de hoofdbestemming is. De bijzaak volgt de hoofdzaak.

Woninghuurcontract

Zowel volgens de Woninghuurwet als het Vlaams Woninghuurdecreet dient elke huurovereenkomst die tot de hoofdverblijfplaats van de huurder dient schriftelijk te worden opgesteld. Deze schriftelijke overeenkomst moet minstens navolgende gegevens bevatten:

  • • de identiteit van alle contracterende partijen
  • • de begindatum van de over overeenkomst
  • • de aanwijzing van alle ruimtes en gedeelten van het gebouw die het voorwerp van de verhuur zijn en het bedrag van de huur

Wanneer enkel een mondelinge huurovereenkomst gesloten is kan men de andere partij ingebreke stellen en eisen om een voorstel van schriftelijke overeenkomst op te maken. Indien de verhuurder hieraan geen gevolg geeft kan men een procedure inleiden voor het vredegerecht om de andere partij te verplichten een schriftelijke overeenkomst op te stellen.

Voor zover men bepaalde regels niet kan terugvinden in de Woninghuurwet of het Vlaams Woninghuurdecreet, valt men terug op het gemeen huurrecht.

Advocaat Woninghuur

De advocaten van Huur-Recht.be zijn gespecialiseerd in huur, woninghuur, handelshuur en pacht. Zo kunnen wij u onder andere bijstaan bij de opmaak en bemiddeling van een woninghuurovereenkomst, de indexatie van de huurprijs, de opzeg of beëindiging van de woninghuur.

Op zoek naar een advocaat?

Tijdens een eerste consultatie wordt uw probleem besproken, waarbij onze advocaten het juridische kader schetsen en de mogelijke oplossingen overlopen.

MAAK EEN AFSPRAAK