Kennisbank Burgerlijke Aansprakelijkheid Algemeen Schadevergoeding & art. 1382 Burgerlijk…

Schadevergoeding & art. 1382 Burgerlijk Wetboek

Schadevergoeding & art. 1382 Burgerlijk Wetboek

De artikelen 1382-1383 van het Belgische Burgerlijk Wetboek vormen de basis van de buitencontractuele aansprakelijkheidsregels. Diegene die schade berokkent door een fout, dient die schade te vergoeden.

 

Art. 1382 -1383 BW

Art. 1382 BW schrijft voor dat elke daad van de mens, waardoor aan een andere schade wordt veroorzaakt, diegenen door wiens schuld de schade is ontstaan, verplicht om de schade te vergoeden.

Art. 1383 BW voegt hieraan toe dat men niet alleen aansprakelijk is voor de schade veroorzaakt door zijn daad, maar ook voor die welke hij veroorzaakt heeft door zijn nalatigheid of onvoorzichtigheid.

Op dat men kan worden aangesproken op basis van de artikelen 1382 – 1383 BW dient simultaan te zijn voldaan aan volgende toepassingsvoorwaarden:

  • Er is sprake van een buitencontractuele fout of nalatigheid
  • Er is schade berokkend of veroorzaakt
  • Er is een oorzakelijk verband tussen de fout en de schade

 

Wat is een buitencontractuele fout?

Het burgerlijk wetboek bevat geen definitie van een buitencontractuele fout. In de rechtspraak en rechtsleer is er in het verleden over het begrip dan ook reeds zeer omvangrijk gediscussieerd.

Een fout heeft in de eerste plaats een objectief element en een subjectief element.

Het objectief element wordt thans ingevuld in de rechtspraak als een schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm (inspanningsverplichting) of een schending van een bepaald gebod of verbod (resultaatsverplichting). Indien een bepaalde wetsbepaling werd geschonden (vb. misdrijf slagen en verwondingen) dan zal dit in principe automatisch als een fout gelden in het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht. Indien er geen wetsbepaling werd geschonden zal de rechter de algemene zorgvuldigheidsnorm toepassen (ook wel het goede huisvader criterium). De rechter zal oordelen of de schadeverwekker zich al dan niet heeft gedragen zoals een normaal vooruitziend en zorgvuldig persoon, geplaatst in dezelfde feitelijke omstandigheden.

Het subjectieve element wijst op de schuldbekwaamheid en de toerekenbaarheid van de fout aan de dader. Denk bijvoorbeeld aan erg jonge kinderen of geesteszieken. Indien men niet uit vrije wil en bewust onrechtmatig heeft gehandeld, kan men art. 1382 BW niet toepassen. Voor geesteszieken werd een apart regime bepaald in art. 1386bis BW.

 

Schade en oorzakelijk verband

Een tweede grote discussie zal vaak plaatsvinden over de omvang van de schade en het oorzakelijk verband tussen de fout en de schade. Ook hier is de wet op zich stilzwijgend over en werden de principes vastgelegd door de rechtspraak.

Wat betreft de schade is het uitgangspunt een integrale schadevergoeding. M.a.w. dient alle geleden schade te worden vergoed, maar mag het slachtoffer zich er ook niet door verrijken. Erg hoge schadevergoedingen zoals in de Verenigde Staten worden in België dan ook niet toegekend.

Het is steeds een het slachtoffer om de omvang van de geleden schade met zoveel mogelijk bewijsstukken aan te tonen. (Inkomstenverlies, gemaakte kosten, morele schade, …) Teneinde de concrete schade te berekenen bestaan verschillende methodes en wordt vaak een beroep gedaan op deskundigen en de Indicatieve Tabel.

Voor de tijdspanne tussen het schadegeval en de uiteindelijke vergoeding van de schade zullen aan het slachtoffer in principe compensatoire of vergoedende intresten worden toegekend.

 

Aansprakelijkheidsverzekering

Bij vele schadegevallen zal de schadeverwekker verzekerd zijn door een aansprakelijkheidsverzekeraar.

Dat komt het slachtoffer vooral ten goede, wanneer de dader bijvoorbeeld onvermogend is. (Denk bijvoorbeeld aan de familiale verzekering of de WAM-verzekering in het verkeer)

 

Het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht

Het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht is die rechtstak die handelt over het berokkenen en herstellen van schade in buitencontractuele situaties. Wanneer er dus geen overeenkomst of contract tussen de partijen is.

De basis van het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht ligt vervat in de artikelen 1382 BW – 1383 BW. In de navolgende artikelen liggen meer specifieke principes vervat:

  • Art. 1382. Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden.
  • Art. 1383. Ieder is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke hij door zijn daad, maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt.
  • Art. 1384. Men is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke men veroorzaakt door zijn eigen daad maar ook voor die welke veroorzaakt wordt door de daad van personen voor wie men moet instaan, of van zaken die men onder zijn bewaring heeft.
    (De vader en de moeder zijn aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door hun minderjarige kinderen.)
    De meesters en zij die anderen aanstellen, voor de schade door hun dienstboden en aangestelden veroorzaakt in de bediening waartoe zij hen gebezigd hebben.
    De onderwijzers en de ambachtslieden, voor de schade door hun leerlingen en leerjongens veroorzaakt gedurende de tijd dat deze onder hun toezicht staan.
    De hierboven geregelde aansprakelijkheid houdt op, indien de ouders, onderwijzers en ambachtslieden bewijzen dat zij de daad welke tot die aansprakelijkheid aanleiding geeft, niet hebben kunnen beletten.
  • Art. 1385. De eigenaar van een dier, of, terwijl hij het in gebruik heeft, degene die zich ervan bedient, is aansprakelijk voor de schade die door het dier is veroorzaakt, hetzij het onder zijn bewaring stond, dan wel verdwaald of ontsnapt was.
  • Art. 1386. De eigenaar van een gebouw is aansprakelijk voor de schade door de instorting ervan veroorzaakt, wanneer deze te wijten is aan verzuim van onderhoud of aan een gebrek in de bouw.
  • Art. 1386bis. Wanneer aan een ander schade wordt veroorzaakt [door een persoon die lijdt aan een geestesstoornis die zijn oordeelsvermogen of de controle over zijn daden tenietdoet of ernstig aantast, kan de rechter hem veroordelen tot de gehele vergoeding of tot een gedeelte van de vergoeding waartoe hij zou zijn gehouden, indien hij de controle van zijn daden had. De rechter doet uitspraak naar billijkheid, rekening houdende met de omstandigheden en met de toestand van de partijen.

 

Op zoek naar een advocaat burgerlijke aansprakelijkheid?

Tijdens een eerste consultatie wordt uw probleem besproken, waarbij onze advocaten het juridische kader schetsen en de mogelijke oplossingen overlopen.

MAAK EEN AFSPRAAK