Kennisbank Strafrecht Misdrijven Het nieuwe Strafwetboek

Het nieuwe Strafwetboek

 

 

Het oude Strafwetboek, daterend van 1867, wordt vervangen door een volledig nieuw strafwetboek dat in werking treedt in het jaar 2026. Dat heeft de Kamer van Volksvertegenwoordigers beslist op 22 februari 2024. Wat is er nieuw?

  1. Een vereenvoudigde structuur van misdrijven, die worden opgedeeld in acht verschillende niveaus, met acht verschillende categorieën van straffen
  2. Een breder arsenaal aan mogelijke straffen, waarbij de gevangenisstraf slechts als ultimum remedium wordt gehanteerd
  3. Een betere opvolging van daders met psychiatrische stoornissen
  4. Afschaffen van strafbaarstellingen, invoeren van nieuwe strafbaarstellingen en strafverzwaringen voor o.a. feiten van intrafamiliaal geweld, seksueel geweld en terrorisme
  5. Nieuwe regels voor rechtspersonen
  6. Afschaffen van het correctionaliseren van misdaden. Het invoeren van een positieve lijst van misdrijven die naar het Hof van Assisen worden verwezen.

 

  1. Opdeling in acht niveaus

 

Boek I van het Strafwetboek bevat de algemene bepalingen en rechtsprincipes. Boek II van het Strafwetboek bevat de opsomming van misdrijven. Er is gekozen voor een coherente structuur waarbij er niet langer een afzonderlijke straf voorzien is voor elke inbreuk. Er wordt namelijk gewerkt met acht strafniveaus die beschreven staan in Boek I. In Boek II worden de verschillende misdrijven gekoppeld aan de strafniveaus uit Boek I.

Het uitgangpunt is meer straffen op maat en de gevangenisstraf als laatste redmiddel of ultimum remedium. De gevangenisstraf wordt niet langer beschouwd als oplossing voor alles, maar als één van de mogelijke straffen. Dit uit zich in de strafniveaus en in de soorten straffen die de rechter kan opleggen.

Voor de feiten die onder niveau 1 vallen, de lichtste soort misdrijven, zijn gevangenisstraffen niet langer mogelijk. Dit gaat onder meer om smaad, laster, schending van het briefgeheim, onopzettelijke brandstichting, lichte vormen van vandalisme en meer. De rechter moet zich bij deze misdrijven dus beroepen op bijvoorbeeld een werkstraf, een geldboete, een probatiestraf, een verbeurdverklaring en meer.

Ook bij misdrijven van niveau 2 zoals discriminatie, huisjesmelkerij, gewone diefstal, huisvredebreuk, schending van het geheim van het onderzoek, meineed en valsheid in geschrifte is de gevangenisstraf niet het uitgangspunt. Een gevangenisstraf van 6 maanden tot 3 jaar behoort wel tot de mogelijkheden, indien de rechter dit bijzonder motiveert.

Misdrijven van niveau 3, bestraft met celstraffen van 3 tot 5 jaar, zijn onder meer diefstal met geweld of bedreiging, afpersing, misbruik van vertrouwen, oplichting, witwassen en publieke omkoping.

Misdrijven van niveau 4, met celstraffen van 5 tot 10 jaar, zijn onder meer ontvoering, foltering, deelneming aan een criminele organisatie als leidend persoon, verheerlijken van terrorisme en illegale organenhandel.

Misdrijven van niveau 5, met celstraffen van 10 tot 15 jaar, zijn onder meer gewapende overvallen, gijzelingen en brandstichting in een pand waar de dader kan vermoeden dat er personen aanwezig zijn.

Misdrijven van niveau 6, met celstraffen van 15 tot 20 jaar, zijn onder meer het leiden van een terroristische groepering, verkrachting van een minderjarige en ecocide.

Misdrijven van niveau 7, bestraft met 20 tot 30 jaar opsluiting, zijn onder meer doodslag, seksueel geweld met de dood tot gevolg en foltering met de dood tot gevolg.

Misdrijven van niveau 8, de hoogste schaal, worden bestraft met levenslange opsluiting. Dit zijn onder meer feiten van moord, intrafamiliale doodslag, genocide en misdaden tegen de menselijkheid.

 

Verzwarende bestanddelen bij een misdrijf brengen een verhoging van het strafniveau teweeg. Het plegen van een misdrijf waarbij het slachtoffer minderjarig is, waarbij er gewonden vallen, doden vallen of het slachtoffer zich in een kwetsbare toestand bevindt, zijn enkele voorbeelden van verzwarende bestanddelen.

 

Wanneer er sprake is van recidive, zijnde een tweede veroordeling voor dezelfde feiten, kan de strafmaat met een niveau worden verhoogd. Bij een aantal in de wet opgesomde gevallen, de meest ernstige misdrijven, zal de rechter verplicht zijn om bij het bepalen van de strafmaat rekening te houden met het gegeven dat de dader al eerder veroordeeld is geweest.

 

 

  1. Breder arsenaal om effectiever te straffen

 

In het Strafwetboek van 1867 was de gevangenisstraf en de geldboete het uitgangspunt voor zowat alle misdrijven.  De rechter krijgt binnen het nieuwe strafwetboek meer mogelijkheden om te straffen op maat. Deze verschillende straffen kunnen zowel als hoofdstraf of als bijkomende straf boven op de gevangenisstraf worden opgelegd. Er zijn evenwel uitzonderingen, bijvoorbeeld bij moord of bepaalde gevallen van seksueel geweld, waarbij geen probatiestraffen, elektronisch toezicht of werkstraf kan worden opgelegd.

De werkstraf is breder toepasbaar gemaakt.  Er kunnen ook meer probatiestraffen worden opgelegd zoals bijvoorbeeld cursussen agressiebeheersing, opname in een afkickcentrum, werken met (verkeers)slachtoffers en andere. Van dit soort straffen is wetenschappelijk aangetoond dat ze daders effectiever tot inkeer brengen en de maatschappij beter beschermen tegen recidive. Daarnaast wordt ook de verplichte behandeling onder vrijheidsberoving ingevoerd, waarbij er geen toestemming van de beklaagde vereist is.

De rechter zal ook een geldboete op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde financieel voordeel kunnen opleggen. Dit is niet te verwarren met de reeds bestaande verbeurdverklaring.

Het toepassingsgebied van reeds bestaande bijkomende strafvormen zoals een beroepsverbod of een rijverbod wordt uitgebreid naar veel meer misdrijven. Deze bijkomende straffen kunnen worden opgelegd van zodra er een verband is met de feiten. Dit gaat om iemand die zijn beroep of voertuig misbruikte om een misdrijf te plegen. De rechter kan ook een sluiting van een inrichting uitspreken als straf.

Ook het toepassingsgebied van het verblijfs-, plaats- en contactverbod is uitgebreid naar alle soorten misdrijven.

 

 

  1. Betere opvolging van daders met psychiatrische stoornissen

 

In het oud Strafwetboek wordt toerekeningsvatbaarheid op een binaire wijze benaderd. Ofwel wordt een dader toerekeningsvatbaar verklaard en kan hij of zij worden veroordeeld tot een (gevangenis)straf, ofwel is iemand ontoerekeningsvatbaar en wordt er overgegaan tot de internering.

Er zijn echter heel wat daders met psychiatrische stoornissen die onder geen van beide categorieën vallen. Hun toerekeningsvatbaarheid is verminderd, maar niet in die mate dat ze niet de strafrechtelijke gevolgen van hun daden moeten dragen. Daarom is de verplichte behandeling onder vrijheidsberoving als nieuwe straf opgenomen in het ontwerp van het nieuw Strafwetboek. Deze straf, bijvoorbeeld voor daders met onderliggende stoornis, vindt plaats in een gesloten forensische instelling.

Voor daders bij wie er wordt geoordeeld dat er na het uitzitten van hun gevangenisstraf nog steeds een groot recidiverisico zal bestaan, is er in het oud Strafwetboek het systeem van terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank voor een welbepaalde termijn. Dit systeem wordt behouden en uitgebreid in het nieuwe strafwetboek.

 

Dit systeem van terbeschikkingstelling zal op termijn, eens er voldoende aanbod is in het forensisch circuit, worden vervangen door het principe van de verlengde opvolging na strafeinde. Deze verlengde opvolging zet in op behandeling en moet uitgevoerd worden buiten de gevangenis maar in een gesloten instelling. De verlengde opvolging kan door een rechter worden uitgesproken bij misdrijven van niveau 3 of hoger en wordt verplicht in dezelfde gevallen als bij de terbeschikkingstelling.

 

Ook nieuw is de beveiligingsmaatregel, die een rechter kan opleggen boven op de gevangenisstraf én de terbeschikkingstelling (of later verlengde opvolging). De terbeschikkingstelling is immers telkens van bepaalde duur. De beveiligingsmaatregel is bedoeld voor moordenaars met psychopathische stoornissen of serieverkrachters voor wie op dit moment geen effectieve behandeling bestaat, maar ook niet onder de interneringscriteria vallen. Dit soort delinquenten houden bij vrijlating een hoog risico op recidive in. Indien zij vrij zouden komen loopt de samenleving ernstig gevaar. De beveiligingsmaatregel moet worden uitgevoerd in een gesloten psychiatrische inrichting zoals een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC). Het is de Kamer voor de Bescherming van de Maatschappij die oordeelt over de tenuitvoerlegging van de beveiligingsmaatregel. Zo wordt de samenleving extra beschermd.

 

  1. Nieuwe strafbaarstellingen en strafverzwaringen

 

De strafbaarstellingen en strafmaten zoals beschreven in Boek II zijn aangepast aan de hedendaagse waarden en normen.

Enerzijds wordt het nieuw seksueel strafrecht, dat reeds werd geintroduceerd op 1 juni 2022 overgenomen en verder uitgewerkt in het nieuwe strafwetboek.

Er wordt strenger opgetreden tegen intrafamiliaal geweld, bijvoorbeeld door invoering van de strafbaarstelling intrafamiliale doodslag, gelijkgesteld met moord waarop een straf staat van niveau 8. De intrafamiliale context zorgt ook voor strafverzwaring bij ex-partners, of wanneer de feiten gebeuren in het bijzijn van een kind.

De discriminerende drijfveer wordt zoveel als mogelijk verzwarende factor voorzien voor elk misdrijf.

 

Ook terrorisme wordt strenger bestraft. Onder andere deelname aan een terroristische groep zal 5 tot 10 jaar celstraf (niveau 4) opleveren in plaats van 1 maand tot 5 jaar. Indien er deelgenomen wordt aan beslissingen binnen de terroristische groep kan dat tot 15 jaar cel (niveau 5) opleveren in plaats van 10 jaar. Ook op het voorbereiden van een terroristisch misdrijf zal een straf van niveau 5 staan in plaats van de huidige 5 jaar. De straf voor het aanzetten tot terrorisme – of het opleiden van mensen voor het plegen van een terreurdaad – wordt opgetrokken tot maximaal 15 jaar (niveau 5) in plaats van maximaal 10 jaar. Ook het verheerlijken van terrorisme is strafbaar gesteld kan een straf van niveau 4 opleveren. De algemene regel is bovendien dat de strafmaat consequent een niveau verhoogd wordt als de drijfveer bij een misdrijf terroristisch van aard is.

 

Geweld tegen mensen met een maatschappelijke functie wordt strenger bestraft. Dit gaat onder andere om politiemensen, hulpverleners, penitentiair beambten, dokters, zorgverleners, treinbegeleiders, buschauffeurs, advocaten, journalisten en andere beroepen met een openbare functie. Concreet worden misdrijven met een niveau hoger bestraft indien deze tegen een van hen gepleegd worden.

 

De bepalingen rond spionage en buitenlandse inmenging waren in het oud Strafwetboek hopeloos gedateerd. Begrippen zoals ‘in oorlogstijd’ en ‘de vijand’ zijn afgeschaft omdat zij ervoor zorgden dat sommige feiten van spionage en buitenlandse inmenging strikt gezien niet strafbaar waren omdat ons land niet officieel in staat van oorlog was. Op spionage en buitenlandse inmenging in vredestijd staan straffen van respectievelijk niveau 4 en niveau 3.

 

Andere nieuwe strafbaarstellingen zijn lijkschennis als nieuw misdrijf naast het reeds bestaande misdrijf grafschennis (niveau 2), binnendringen in voertuigen (niveau 2), het vervaardigen en verspreiden van pedofiliehandboeken (niveau 4), het overgooien van voorwerpen over de muren of afsluitingen van een gevangenis of gesloten instelling (niveau 2) en het uitrusten en bezitten van een voertuig met een verborgen ruimte (niveau 2 of 3). Ook deze twee laatste strafbaarstellingen zijn begin 2024 ingevoegd in het oud Strafwetboek en inmiddels in werking getreden.

 

  1. Nieuwe regels voor rechtspersonen

 

Ook voor rechtspersonen gelden nieuwe regels in het nieuw Strafwetboek. Bij het opleggen van boetes wordt geen ingewikkeld systeem van omrekeningen meer gehanteerd. Dezelfde geldboetes opgenomen binnen de acht strafniveaus voor natuurlijke personen worden gehanteerd voor rechtspersonen. Geldboetes zijn in tegenstelling tot bij natuurlijke personen wel nog steeds als hoofdstraf van toepassing op rechtspersonen, maar naast deze geldboetes is er meer strafdifferentiatie mogelijk.

Naar analogie met de werkstraf voor natuurlijke personen, is ook voor rechtspersonen een dienstverleningsstraf voorzien. Dit gaat om een verplichting tot het verlenen van bepaalde diensten ten gunste van en als wederdienst voor de gemeenschap. Dit is bijvoorbeeld een verplichting om een bepaald gebied te saneren indien er sprake is van ernstige vervuiling. Eveneens is de probatiestraf toepasbaar op rechtspersonen en kan een onderneming dus voorwaarden moeten naleven. De rechter kan ook de sluiting van een inrichting of een verbod op bepaalde activiteiten opleggen.

 

  1. Aanpassing geldboetes

 

De geldstraffen die in het oud Strafwetboek vermeld worden, waren niet rechtstreeks toepasbaar. Die moesten eerst omgezet worden van Belgische Frank naar de Euro en vervolgens vermenigvuldigd worden met opdeciemen, om de boetes aan te passen naar hedendaagse bedragen. In het nieuw Strafwetboek worden de bedragen correct weergegeven en is omrekenen niet langer nodig.

 

  1. Afschaffing correctionaliseren, invoeren positieve lijst voor Assisen

 

In het oud Strafwetboek werd voorzien dat alle misdaden, zoals bijvoorbeeld moord, doodslag, verkrachting en poging tot doodslag, behandeld moeten worden door een assisenjury. Al snel werd hiervan afgeweken en werden bepaalde misdaden, bijvoorbeeld poging tot doodslag of verkrachting, herleid tot een wanbedrijf door het aannemen van verzachtende omstandigheden. Dit is de zogenoemde correctionalisering, een technische ingreep waardoor deze misdaden door een correctionele rechtbank behandeld worden. Het houdt echter in dat de strafmaten zoals beschreven in het Strafwetboek in niet overeenkomen met de werkelijke straffen. Om de werkelijke minimum- en maximumstraf te bepalen, moest men een complexe omrekentabel hanteren.

De achterhaalde opdeling van overtredingen, wanbedrijven en misdaden is daarom afgeschaft, net zoals het principe van de quasi automatische correctionalisering van misdadenOm te bepalen welke zaken wel door het hof van assisen behandeld moeten worden, zal worden gewerkt met een positieve lijst. Het gaat om alle misdrijven binnen niveau 8 (zoals moord) en verschillende misdrijven uit niveau 7. De strafmaten die in het nieuwe Strafwetboek gehanteerd worden, zullen zo rechtstreeks toepasbaar en begrijpelijk zijn voor alle burgers.

 

 

 

 

Op zoek naar een advocaat strafrecht?

Tijdens een eerste consultatie wordt uw probleem besproken, waarbij onze advocaten het juridische kader schetsen en de mogelijke oplossingen overlopen.

MAAK EEN AFSPRAAK