Geldboete

Onmiddellijke inning

Niet alle verkeersovertredingen worden voor de Politierechtbank gebracht. Vaak zal de politie voor lichte overtredingen, waarbij geen gewonden vielen of schade werd veroorzaakt, een onmiddellijke inning voorstellen.

Diegene die de overtreding beging zal dan eerst een afschrift van het proces-verbaal ontvangen met een antwoordformulier. Vervolgens wordt dan een brief verstuurd om de onmiddellijke inning te betalen via overschrijving. Heden is het ook mogelijk je boete online te betalen op de website van de Fod Justitie.

Voor buitenlandse overtreders gelden andere regels. Deze zullen vaak meteen cash moeten betalen, bij gebreke hun voertuig kan worden ingehouden.

In principe gelden nu onderstaande bedragen voor onmiddellijke inning:

  • Overtreding eerste graad: € 58
  • Overtreding tweede graad: € 116
  • Overtreding derde graad: € 174
  • Overtreding vierde graad: € 473
  • Lichte intoxicatie (0,22 mg/l – 0,35 mg/l): € 179
  • Zware intoxicatie (0,35 mg/l – 0,44 mg/l): € 420
  • Zware intoxicatie (0,44 mg/l – 0,50 mg/l): € 578

Voor snelheidsovertredingen gelden weer iets andere bedragen. Zie hier.

Geldboete uitgesproken door de Politierechter

Alle straffen die de rechter uitspreekt dienen vermeerderd te worden met de opdeciemen.

Ingevolgde de programmawet van 25 december 2016 komt dit voor boetes vanaf 1 januari 2017 neer op de uitgesproken geldboete x 8.

In art. 29 van de Wegverkeerswet worden de verschillende overtredingen en hun straffen ingedeeld in vier graden. De categorieën verschillen naar gelang hun ernst en het gevarenrisico van de overtredingen:

  • Overtredingen van de eerste graad: Dit zijn de minst zware overtredingen en worden bestraft met een geldboete van 10 euro tot 250 euro.
  • Overtredingen van de tweede graad: Dit zijn voornamelijk de overtredingen die de veiligheid van personen onrechtstreeks in gevaar brengen en worden bestraft met een geldboete van 20 euro tot 250 euro. Ook parkeerovertredingen op de plaatsen van gehandicapten behoren tot deze categorie.
  • Overtredingen van de derde graad: Dit zijn de overtredingen die de veiligheid van personen wel rechtstreeks in gevaar brengen en worden bestraft met een geldboete van 30 euro tot 500 euro. Het zijn ook de overtredingen die bestaan uit het negeren van een bevel van een bevoegd persoon.
  • Overtredingen van de vierde graad: Dit zijn de overtredingen die de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar brengen en die van die aard zijn dat ze bij een ongeval bijna onvermijdbaar leiden tot fysieke schade. Het zijn ook de overtredingen die bestaan uit het negeren van een stopbevel van een bevoegd persoon. Deze overtredingen worden bestraft met een geldboete van 40 euro tot 500 euro en met een verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig voor een duur van ten minste acht dagen en ten hoogste vijf jaar. Wanneer de rechter het verval van het recht tot sturen niet uitspreekt, motiveert hij deze beslissing.

De rechter kan bij het opleggen van de boete rekening houden met verzachtende omstandigheden.

Wanneer de rechter naast de geldboete ook een rijverbod oplegt kan de geldboete vermindert worden met de kosten van de opnieuw af te leggen examens of onderzoeken, indien deze worden opgelegd, alsook de bijhorende kosten van de geneesheer en de psycholoog.

Als u een geldboete werd opgelegd, zal u het betalingsverzoek ongeveer 2 tot 3 maanden na de uitspraak van het vonnis ontvangen, afhankelijk van de werkdruk bij het openbaar ministerie.

De bijdrage aan het ‘Slachtofferfonds’ en het fonds voor ‘Juridische tweedelijnsbijstand’.

Volgens artikel 29 van de wet van 1 augustus 1985 dient elke beklaagde die wordt veroordeelt tot een criminele of correctionele straf een bijkomende bijdrage van € 25 (x8) te betalen voor het ‘Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders’. Verder genoemd het ‘Slachtofferfonds’.

Slachtoffers van opzettelijke gewelddaden waarbij de dader bijvoorbeeld onbekend is of onvermogend blijkt, kunnen beroep doen op het fonds om schadevergoeding te bekomen voor de geleden schade.

In het verkeersrecht heeft dit tot gevolg dat wanneer de beklaagde veroordeeld wordt tot een boete van € 26 (x8 opdeciemen) of meer, hij bijkomend zal worden veroordeeld tot de bijdrage aan het Slachtofferfonds. De som bedraagt 25 Euro, te vermenigvuldigen met 8 (opdeciemen strafrechtelijke geldboetes 2012). Dit komt neer op een bijdrage van 200 Euro per geldboete.

Naast de bijdrage tot het Slachtofferfonds legt de Politierechter vanaf 1 mei 2017 bij elke veroordeling nog een bijkomende betaling op van € 20 die zal dienen als bijdrage aan het begrotingsfonds voor juridische tweedelijnsbijstand. Zie hiervoor de wet van 19 maart 2017 tot oprichting van een begrotingsfonds voor juridische tweedelijnsbijstand en het bijhorende uitvoeringsbesluit van 26 april 2017.

Gerechtskosten

Uiteraard zal u als dader ook dienen in te staan voor de gemaakte gerechtskosten zoals de kosten voor de dagvaarding door het Openbaar Ministerie. Deze kosten kan u in principe wel recupereren bij uw rechtsbijstandsverzekeraar.

Indien u voor de politierechtbank dient te verschijnen, laat u zich best bijstaan door een gespecialiseerde advocaat voor de behartiging van uw belangen. Ook indien de overtreding moeilijk kan betwist worden, blijft de bijstand door een advocaat zinvol. Immers kan nog steeds worden gepleit over de omstandigheden, de strafmaat…

De kosten en erelonen van uw advocaat worden in principe ook gedekt door uw rechtsbijstandverzekeraar.

Op zoek naar een advocaat verkeersrecht?

Tijdens een eerste consultatie wordt uw probleem besproken, waarbij onze advocaten het juridische kader schetsen en de mogelijke oplossingen overlopen.

MAAK EEN AFSPRAAK