Kennisbank Familierecht Algemeen Persoonlijk onderhoudsgeld bij echtscheiding

Persoonlijk onderhoudsgeld bij echtscheiding

persoonlijk onderhoudsgeld

Tijdens het huwelijk kunnen partners ervoor kiezen om de beroepswerkzaamheden van de ene partner te verminderen, in functie van de carrière van de andere partner en/of de zorg voor de gezamenlijke kinderen. Deze keuze heeft echter belangrijke financiële gevolgen ingeval van een echtscheiding. In dit geval kan er een persoonlijk onderhoudsgeld worden toegekend, zowel tijdens als na de echtscheidingsprocedure.

 

Recht op persoonlijk onderhoudsgeld tijdens de echtscheidingsprocedure

De onderhoudsuitkering tijdens de echtscheidingsprocedure is gebaseerd op zowel artikel 213 als artikel 221 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 213 B.W. houdt volgende regel in: “Echtgenoten zijn jegens elkaar tot samenwoning verplicht; zij zijn elkaar getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd.

Artikel 221, lid 1 B.W. stelt het volgende: “Iedere echtgenoot draagt in de lasten van het huwelijk bij naar zijn vermogen.”

Aangezien partijen nog niet definitief gescheiden zijn tijdens de echtscheidingsprocedure, geldt de onderlinge hulp-, bijstands- en bijdrageplicht nog.

Deze verplichting legt ieder van de echtgenoten op om te participeren aan eenzelfde levensstandaard, hetgeen niet noodzakelijk impliceert dat beiden over eenzelfde inkomensniveau moeten beschikken.

De referentiestandaard is de levensstandaard die door partijen werd aangehouden tijdens het huwelijk.

Er is aan de hulpplicht voldaan van zodra ieder van de echtgenoten beschikt over een geldsom die noodzakelijk is om de regelmatige kosten, die gemaakt worden alsof er zich geen feitelijke scheiding had voorgedaan, te bestrijden.

Hierbij moet rekening gehouden worden met het feit dat het onderhoudsgeld de bestaansnoden moet dekken, overeenkomstig de levensstandaard van tijdens het echtelijk samenleven, maar met de beperking dat de feitelijke scheiding een stijging van de uitgaven meebrengt, die de levensstandaard doet verminderen .

Dit persoonlijk onderhoudsgeld tijdens echtscheiding wordt door de rechtbank toegekend aan de onderhoudsgerechtigde echtgenoot en dient te worden betaald door de onderhoudsplichtige echtgenoot.

Het persoonlijk onderhoudsgeld tijdens echtscheiding is verschuldigd tot op het moment dat de echtscheiding tussen partijen definitief wordt, namelijk een maand na betekening van het echtscheidingsvonnis.

 

Recht op persoonlijk onderhoudsgeld na echtscheiding

Na het definitief worden van de echtscheiding, kan de rechtbank nog steeds, overeenkomstig artikel 301 § 2, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek, een persoonlijk onderhoudsgeld na echtscheiding toekennen aan de behoeftige ex-echtgenoot.

De ex-echtgenoot die het hoogste inkomen genereert, is dus principieel onderhoudsplichtig t.a.v. zijn ex-echtgenoot die een lager inkomen genereert. Uiteraard moeten beide ex-echtgenoten wel alle inspanningen leveren om een maximaal inkomen te kunnen verkrijgen.

Het verkrijgen van een werkloosheidsuitkering terwijl men perfect arbeidsgeschikt is, zal niet mee in rekening worden genomen om een persoonlijk onderhoudsgeld te bekomen.

Deze vordering kan geweigerd worden, als er sprake is van een zware fout die de onderhoudsgerechtigde ex-echtgenoot zou hebben begaan, die aan de basis ligt van de echtscheiding. Zoals bijvoorbeeld partnergeweld.

Overeenkomstig artikel 301 § 3 B.W. legt de rechtbank het bedrag van de onderhoudsuitkering vast die ten minste de staat van behoefte van de uitkeringsgerechtigde moet dekken.

De hulp-, bijstands- en bijdrageplicht, die gold ten tijde van het huwelijk, speelt hier niet meer. De rechtbank zal zich in hoofdzaak baseren op de staat van behoefte van de onderhoudsgerechtigde ex-echtgenoot.

Om na te gaan of de staat van behoefte reeds is gedekt, dient men rekening te houden met:

  • de inkomsten en mogelijkheden van de echtgenoten;
  • de aanzienlijke terugval van de economische situatie.

Om die terugval te waarderen, baseert de rechter zich met name op de duur van het huwelijk, de leeftijd van partijen, hun gedrag tijdens het huwelijk inzake de organisatie van gezinsleven en het ten laste nemen van de kinderen tijdens het samenleven of daarna.

De maximumduur dat de onderhoudsplichtige ex-echtgenoot een persoonlijk onderhoudsgeld dient te betalen is gelijk aan de duur van het huwelijk. Indien men slechts twee jaar getrouwd was, kan men maar voor een maximumperiode van twee jaar een persoonlijk onderhoudsgeld genieten. Ingeval van uitzonderlijke omstandigheden, kan deze termijn toch nog verlengd worden.

 

Op zoek naar een advocaat familierecht?

Tijdens een eerste consultatie wordt uw probleem besproken, waarbij onze advocaten het juridische kader schetsen en de mogelijke oplossingen overlopen.

MAAK EEN AFSPRAAK