Kennisbank Familierecht Algemeen Recht op persoonlijk contact tussen…

Recht op persoonlijk contact tussen grootouders en kleinkinderen

Recht op persoonlijk contact tussen grootouders en kleinkinderen

Bij ruzies tussen ouders en hun volwassenen kinderen, is het mogelijk dat grootouders geen contact mogen of kunnen hebben met hun kleinkinderen. Dit kan ervoor zorgen dat grootouders hun kleinkinderen niet kunnen zien opgroeien en dat kleinkinderen hun grootouders nooit leren kennen. De redenen om dit contact te verhinderen zijn vaak verschillend. Grootouders hebben in ieder geval een recht op persoonlijk contact met hun kleinkinderen en kunnen dit afdwingen via de Familierechtbank. De Familierechtbank gaat steeds na of dit contact in het belang is van het kind.

 

Wettelijke basis

In het Burgerlijk Wetboek staat uitdrukkelijk geschreven dat grootouders het recht hebben om hun kleinkind te zien en dus een recht op persoonlijk contact met hun kleinkinderen hebben.

Artikel 375bis Burgerlijk Wetboek stelt:

“De grootouders hebben het recht persoonlijk contact met het kind te onderhouden. Hetzelfde recht kan aan ieder ander persoon worden toegekend, indien hij aantoont dat hij met het kind een bijzondere affectieve band heeft. Bij gebreke aan een overeenkomst tussen partijen, wordt over de uitoefening van dit recht in het belang van het kind op verzoek van de partijen of van de Procureur des Konings beslist door de familierechtbank.”

In tegenstelling tot andere personen die omgangsrecht met een minderjarige willen verkrijgen, hoeven grootouders niet aan te tonen dat zij een bijzonder affectieve band hebben met hun kleinkind. Deze affectieve band tussen grootouders en kleinkind wordt namelijk reeds verondersteld.

Wanneer grootouders verhinderd zijn in hun recht op persoonlijk contact met hun kleinkind, kunnen zij zich tot de Familierechtbank wenden via een verzoekschrift. Dit verzoekschrift is altijd gericht aan beide ouders van het (klein)kind waarmee zij contact wensen te hebben, zelfs als er slechts één ouder is die het contact verhinderd. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de grootouders langs vaderszijde geen contact kunnen hebben met hun kleinkinderen die voltijds bij hun moeder verblijven, omdat moeder dit niet wilt. Om welke reden dan ook, is het mogelijk dat vader geen contact kan of mag hebben met zijn kinderen. Dit sluit echter niet uit dat grootouders wél een recht hebben op contact met hun kleinkinderen. Ook in deze situatie zullen zowel vader als moeder moeten worden opgeroepen voor de Familierechtbank.

 

Belang van het kind

De Familierechtbank zal steeds nagaan of het contact tussen grootouders en hun kleinkinderen in het belang is van deze kinderen. Dit belang wordt op verschillende manieren ingevuld.

Enkele voorbeelden vanuit de rechtspraak:

  • Vonnis Jeugdrechtbank Brussel d.d. 05.10.1999 (Jeugdrb. Brussel 5 oktober 1999 A.J.T. 2000-01, 26, noot JACOBS, K.):

“Het al dan niet uitoefenen van het omgangsrecht van de grootouders moet aan het belang van het kind getoetst worden, hetgeen inhoudt dat er geen enkel automatisme verbonden wordt aan de toewijzing en de uitoefening ervan.

Indien grootouders titularis zijn van een recht op persoonlijk contact met hun kleinkinderen dient de opportuniteit van de uitoefening van dit recht onderzocht te worden in het licht van de gegevens die betrekking hebben op het hoger belang van het kind.

Kinderen mogen geen slachtoffer worden van afrekeningen met het verleden tussen volwassenen. Kleinkinderen zijn niet het substituut van de kinderen van hun grootouders en zij kunnen het verleden, hoe pijnlijk ook, niet helpen ongedaan maken of goedmaken.”

  • Arrest Hof van Beroep Brussel d.d. 18.02.2005 (Brussel (jeugdkamer) (19e k.) 18 februari 2005 E.J. 2005, afl. 3, 43, noot DE WOLF, A.):

“Het recht op persoonlijk contact van de grootouder en derden is een functioneel recht. De uitoefening ervan is onderworpen aan het belang van het kind. Het kind moet een voordeel halen uit de uitoefening ervan. Het recht op persoonlijk contact van de grootouder wordt geacht in het belang van het kind te zijn. Het komt de ouders toe om aan te tonen dat een uitgebreider of minder uitgebreid omgangsrecht van de grootouder in strijd is met het belang van het kind.”

In principe wordt het recht op persoonlijk contact tussen grootouders en kleinkinderen enkel geweigerd in specifieke en ernstige gevallen, zoals bijvoorbeeld bij strafrechtelijke feiten, fysieke of emotionele mishandeling en psychische stoornissen.

Ook de invulling van het recht op persoonlijk contact tussen grootouders en kleinkinderen kan verschillen naargelang de specifieke situatie. Bij grootouders die hun kleinkinderen nog nooit ontmoet hebben, zal men ervoor kiezen om geleidelijk aan op te bouwen, al dan niet via een neutrale bezoekruimte. Men zou kunnen starten met een leuke activiteit buitenshuis, al dan niet onder begeleiding en toezicht van een neutrale tussenpersoon. Ook overnachtingen zijn mogelijk, bijvoorbeeld bij grootouders die in het verleden steeds instonden voor de opvang van hun kleinkind en dit nu niet meer mogen.

De Familierechtbank zal hierbij steeds rekening houden met het belang van het kind en de contacten afstemmen op de noden en behoeften van het kind in kwestie. Kleinkinderen vanaf de leeftijd van 12 jaar kunnen hiervoor ook steeds gehoord worden door de Familierechter. Voor meer informatie over dit hoorrecht, lees onze blogpost: https://advo-recht.be/kennisbank/familierecht/algemeen-familierecht/het-horen-van-een-kind-door-de-rechter/

Aarzel niet om onze specialisten te contacteren om u in dergelijke procedures bij te staan of op te starten.

Op zoek naar een advocaat familierecht?

Tijdens een eerste consultatie wordt uw probleem besproken, waarbij onze advocaten het juridische kader schetsen en de mogelijke oplossingen overlopen.

MAAK EEN AFSPRAAK