Kennisbank Huurrecht Handelshuur Handelshuur van korte duur –…

Handelshuur van korte duur – pop-up

Principe

Een standaard handelshuurcontract wordt in principe aangegaan voor negen jaar, waarbij de huurder het recht heeft op drie aanvragen tot huurhernieuwing. Het pop-updecreet van 8 juni 2016 komt tegemoet aan een groeiende vraag van zowel handelshuurders en verhuurders naar contracten van kortere duur.

Het toepassingsgebied van het decreet omvat alle huurcontracten die naar hun aard onder het toepassingsgebied van de Handelshuurwet vallen, maar die daarvan uitdrukkelijk zijn uitgesloten omdat zij een duurtijd van minder dan één jaar kennen.

Let op! Het decreet is enkel van toepassing voor pop-upcontracten voor panden in het Vlaamse Gewest!

Het pand dient door de huurder in hoofdzaak dus nog steeds gebruikt te worden voor het uitoefenen van een kleinhandel of het bedrijf van de ambachtsman, waarbij er een rechtstreeks contact is tussen de huurder en het publiek.

Duur en beëindiging

De duurtijd van de pop-up overeenkomsten mag maximaal één jaar bedragen. De huur eindigt van rechtswege op de einddatum, zonder noodzakelijke opzegging en zonder recht op huurhernieuwing.

De huurovereenkomst kan wel meerdere keren worden verlengd, zonder dat de totale duurtijd langer dan een jaar mag zijn. Elke verlenging dient schriftelijk en onder dezelfde voorwaarden plaats te vinden.

Let op! Indien door de verlengingen de duurtijd van een jaar wordt overtroffen, valt het contract automatisch onder de handelshuurwet en wordt het geacht te zijn aangegaan voor negen jaar, te rekenen vanaf de datum waarop de aanvankelijke huurovereenkomst van korte duur in werking is getreden.

De huurder kan het pop-upcontract steeds beëindigen mits een opzegging van een maand.
Partijen kunnen ook steeds onderling de lopende huur beëindigen, op voorwaarde dat hun akkoord wordt vastgesteld bij geschrift al dan niet met het oog op een nieuwe huurovereenkomst onder de toepassing van de handelshuurwet.

Belastingen en kosten

De op het onroerend goed van toepassing zijnde belastingen worden geacht in de huurprijs begrepen te zijn, tenzij anders wordt overeengekomen. (bv. onroerende voorheffing, etc.).

De kosten van de nutsvoorzieningen van het onroerend goed zijn ten laste van de huurder, en kunnen met alle middelen bewezen worden.

Verbouwingen

Tenzij schriftelijk anders overeengekomen, kan de huurder aan het gehuurde goed elke verbouwing uitvoeren die dienstig is voor zijn onderneming en waarvan de kosten een jaar huur niet te boven gaan, op voorwaarde dat daardoor noch de veiligheid, noch de salubriteit, noch de esthetische waarde van het gebouw in het gedrang komen, en op voorwaarde dat hij de verhuurder voor de aanvang van de werken daarvan schriftelijk in kennis stelt.

Ingeval er werken worden uitgevoerd zonder instemming of machtiging of zonder dat de bepalingen daarvan in acht worden genomen, kan de verhuurder de werken doen stopzetten ingevolge een eenvoudige beschikking van de vrederechter.

De verhuurder heeft toegang tot de werken. Hij kan alle lasthebbers naar hun keus daarheen afvaardigen. De uitvoering van de door de huurder ondernomen werken geschiedt op zijn risico.

De verhuurder kan, hetzij vóór, hetzij tijdens de uitvoering van de werken, eisen dat de huurder zijn eigen aansprakelijkheid verzekert, alsook die van de verhuurder en van de eigenaar, zowel ten opzichte van derden als ten opzichte van elkaar, uit hoofde van de door de huurder ondernomen werken.

Indien de huurder, bij eerste aanmaning van de verhuurder, het bewijs niet levert van het bestaan van een toereikend verzekeringscontract en van de betaling van de premie, is de verhuurder gerechtigd de werken te laten stopzetten. Het verbod kan niet worden opgeheven tenzij het bewijs van de verzekering en van de betaling van de premie wordt geleverd.

Wanneer verbouwingen zijn uitgevoerd op kosten van de huurder, kan de verhuurder, behoudens andersluidende overeenkomst, de verwijdering ervan bij het vertrek van de huurder vorderen. Indien hij de aldus uitgevoerde verbouwingswerken behoudt, is hij geen vergoeding verschuldigd.

Overdracht, onderhuur en verkoop

Overdracht van huur en onderhuur zijn te allen tijde verboden.

Indien de verhuurder het pand tijdens de huur verkoopt, moet de nieuwe eigenaar de geregistreerde huurovereenkomst naleven, en kan deze de huurder niet uitzetten.

De regels aangaande de uitzettingsvergoeding voor de huurder zijn niet van toepassing op de pop-upcontracten.

Op zoek naar een advocaat huurrecht?

Tijdens een eerste consultatie wordt uw probleem besproken, waarbij onze advocaten het juridische kader schetsen en de mogelijke oplossingen overlopen.

MAAK EEN AFSPRAAK