Weerspannigheid
Volgens artikel 269 van het Belgische Strafwetboek bestaat weerspannigheid uit elke aanval, elk verzet met geweld of bedreiging tegen ministeriële ambtenaren, veld- of boswachters, dragers of agenten van de openbare macht, personen aangesteld om taksen en belastingen te innen, brengers van dwangbevelen, aangestelden van de douane, gerechtelijke bewaarders, officieren of agenten van de administratieve of de gerechtelijke politie, wanneer zij handelen ter uitvoering van de wetten, van de bevelen of de beschikkingen van het openbaar gezag, van rechterlijke bevelen of van vonnissen.
Belangrijk element dat aanwezig moet zijn bij de weerspannigheid is het geweld of de bedreiging. Zich eenvoudigweg verzetten tegen een arrestatie, zonder daarbij gebruik te maken van geweld of bedreiging, is dus niet strafbaar. Evenmin is het wegvluchten van de politie strafbaar, zolang er geen geweld aan te pas komt.
Wanneer men wel geweld gebruikt, is er sprake van weerspannigheid. Deze ongewapende weerspannigheid wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden. Wanneer de weerspannige echter voorzien is van wapens, is de gevangenisstraf drie maanden tot twee jaar.
Wordt de weerspannigheid gepleegd door verscheidene personen, dan worden de weerspannigen veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar. Zijn de weerspannigen evenwel gewapend, dan worden zij gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar.
Daarbij komt de verzwarende omstandigheid van de voorafgaande afspraak. Is de weerspannigheid in bende het gevolg van een voorafgaande afspraak, dan worden de weerspannigen die wapens dragen, veroordeeld tot opsluiting van vijf jaar tot tien jaar. Zij die niet gewapend zijn worden dan weer veroordeeld tot een gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar.
Bijkomend kan in alle gevallen van weerspannigheid naast een gevangenisstraf ook een geldboete uitgesproken worden van zesentwintig euro tot tweehonderd euro, meer de opdeciemen. Ook een ontzetting uit de rechten is een mogelijke bijkomende straf.
Bedreiging met een aanslag met ogenschijnlijk gevaarlijke substanties
Een specifiek geval van weerspannigheid ontstond naar aanleiding van de Covid19-crisis.
Voor de Covid19-crisis werd het spuwen naar politieagenten gekwalificeerd als gewone, ongewapende weerspannigheid. Hierop stond een gevangenisstraf van maximaal zes maanden.
Aangezien slechts een aanhoudingsbevel kan worden afgeleverd voor feiten waarop een gevangenisstraf van minstens een jaar staat, zocht het Openbaar Ministerie naar een mogelijkheid om de zogenaamde ‘corona-spuwers’ in voorlopige hechtenis te kunnen plaatsen.
De oplossing kwam er in de vorm van artikel 328bis van het Strafwetboek. Een artikel dat in het leven werd geroepen in 2001 om de zogenaamde valse bombrieven aan te pakken.
Artikel 328bis van het Strafwetboek bepaalt dat “Hij die op om het even welke wijze stoffen verspreidt die, zonder op zichzelf gevaar in te houden, de indruk geven gevaarlijk te zijn en waarvan hij weet of moet weten dat hierdoor ernstige gevoelens van vrees kunnen worden teweeg gebracht voor een aanslag op personen of op eigendommen, waarop gevangenisstraf van ten minste twee jaar is gesteld, wordt gestraft met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en met geldboete van vijftig euro tot driehonderd euro.”
Op deze manier konden gevangenisstraffen tot 2 jaar opgelegd worden aan de zogenaamde ‘corona-spuwers’ en kon dus ook een aanhoudingsbevel afgeleverd worden.
Voorlopig doorstond het wetsartikel de test van het Hof van Cassatie en wordt het dus in vele dossiers toegepast wanneer verdachten tijdens volle corona-crisis spuwen naar agenten, controleurs van de lijn, winkelbedienden, of andere medemensen.
Indien u wordt geconfronteerd met feiten van weerspannigheid, in welke vorm dan ook, zij het als dader of als slachtoffer, kan u steeds bij onze gespecialiseerde advocaten terecht.
Op zoek naar een advocaat strafrecht?
Tijdens een eerste consultatie wordt uw probleem besproken, waarbij onze advocaten het juridische kader schetsen en de mogelijke oplossingen overlopen.