Kennisbank Strafrecht Strafuitvoering Strafuitvoering: gevangenisstraffen van 6 maanden…

Strafuitvoering: gevangenisstraffen van 6 maanden tot 3 jaar

strafuitvoering

Wanneer u wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf, moet u die straf ondergaan in de gevangenis. Maar er bestaan ook mogelijkheden om uw straf geheel of gedeeltelijk buiten de gevangenis uit te voeren. In deze blogpost bespreken we deze mogelijkheden voor gevangenisstraffen van 6 maanden tot 3 jaar.

 

Gevangenisbriefje

Na uw veroordeling ontvangt u een brief van het Openbaar Ministerie, het zogenaamd ‘gevangenisbriefje’. Daarin staat vermeld dat u zich binnen de 5 werkdagen na ontvangst van dit briefje moet aanmelden in een bepaalde gevangenis.

Het wordt geadviseerd om daar altijd spontaan op in te gaan en deze termijn van 5 werkdagen niet te laten verstrijken. Indien dat niet gebeurd, kan u worden geseind en kan u worden aangehouden door de politie. Dit vermindert tevens uw kansen om nadien een gunstige strafuitvoeringsmodaliteit te kunnen genieten.

 

Verschillende strafuitvoeringsmodaliteiten

Er zijn verschillende mogelijkheden om uw gevangenisstraf niet geheel of gedeeltelijk uit te voeren in de gevangenis. Er zijn 4 strafuitvoeringsmodaliteiten.

1. Beperkte detentie (BD)

In het stelsel van beperkte detentie (ook wel halve vrijheid genoemd) verblijft u normaal gezien enkel ’s avonds en ’s nachts in de gevangenis. U mag dagelijks de gevangenis verlaten voor een bepaalde tijd (max. 16u), bijvoorbeeld om te gaan werken, een opleiding te volgen of om familiale redenen.

Voor het stelsel van beperkte detentie hoeft u geen eigen adres te hebben. Tijdens de beperkte detentie kunt u ook penitentiair verlof aanvragen, om enkele dagen buiten de gevangenis door te brengen.

2. Elektronisch toezicht (ET)

In het kader van het elektronisch toezicht, wordt uw gevangenisstraf uitgevoerd bij u thuis. Dit betekent dat u verplicht op een bepaald adres moet blijven. U moet ook een bepaald uurrooster naleven, bv. binnen blijven van 20u ’s avonds tot 7u ’s ochtends. Aan de hand van dit uurrooster kunt u gaan werken of werk zoeken, solliciteren, een opleiding of therapie volgen. Het uurrooster wordt gecontroleerd aan de hand van een enkelband, die u constant moet dragen.

Ook tijdens het elektronisch toezicht is het mogelijk om te genieten van penitentiair verlof, zodat u voor enkele dagen kan worden vrijgesteld van het uurrooster.

3. Voorwaardelijke invrijheidstelling (VI)

Voorwaardelijke invrijheidsstelling betekent dat u voor het einde van uw straf wordt vrijgelaten, mits naleving van bepaalde voorwaarden gedurende een proeftijd. Een voorbeeld van deze voorwaarden kan zijn: werk zoeken, een therapie of opname doorlopen, toezicht door een justitieassistent, het afleggen van urine-controles…

4. Voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering of overlevering (VILO)

Voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied betekent dat u voor het einde van uw straf wordt vrijgelaten en het land dient te verlaten. Er worden tevens voorwaarden gekoppeld aan deze voorlopige invrijheidstelling die u gedurende deze proeftijd dient te ondergaan. Deze strafuitvoeringsmodaliteit wordt veelal toegekend aan personen in detentie die geen verblijfsrecht in België hebben.

Voorlopige invrijheidstelling met het oog op overlevering houdt in dat u voor het einde van uw straf wordt vrijgelaten om te worden overgeleverd aan een ander land dat voor u een Europees of internationaal aanhoudingsbevel heeft afgeleverd.

 

Tijdsvoorwaarden

Vooraleer een voorwaardelijke invrijheidstelling of voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering of overlevering kan worden toegekend, dient u minstens 1/3e van uw straf te hebben ondergaan (onder gewone detentie, beperkte detentie of elektronisch toezicht). 6 maanden voor het verstrijken van 1/3e van uw straf, komt u reeds in aanmerking voor de strafuitvoeringsmodaliteiten van beperkte detentie of elektronisch toezicht.

Voorbeeld 1: u bent veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden

U komt in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidstelling/voorlopige invrijheidstelling na 4 maanden detentie (1/3 van 12 maanden).

U komt onmiddellijk in aanmerking voor elektronisch toezicht of beperkte detentie (1/3 van 12 maanden – 6 maanden).

Voorbeeld 2: u bent veroordeeld tot een gevangenisstraf van 21 maanden

U komt in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidstelling/voorlopige invrijheidstelling na 7 maanden detentie (1/3 van 21 maanden).

U komt in aanmerking voor elektronisch toezicht of beperkte detentie na 1 maand (1/3 van 21 maanden – 6 maanden).

Voorbeeld 3: u bent veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden en u onderging al 3 maanden voorlopige hechtenis

U komt in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidstelling/voorlopige invrijheidstelling na 7 maanden detentie (1/3 van 30 maanden – 3 maanden).

U komt in aanmerking voor elektronisch toezicht of beperkte detentie na 1 maand (1/3 van 30 maanden – 3 maanden – 6 maanden).

 

Bijkomende toekenningsvoorwaarden

Naast het vervullen van de tijdsvoorwaarden, gaat de strafuitvoeringsrechter nog na of er geen tegenaanwijzingen bestaan. Deze tegenaanwijzingen kunnen betrekking hebben op:

  • het feit dat u een ernstige risico betekent voor de fysieke integriteit van derden;
  • het feit dat er een risico zou bestaan dat u de slachtoffers lastig valt;
  • uw houding ten aanzien van de slachtoffers;
  • de inspanningen die u levert om de burgerlijke partijen te vergoeden of uw penale boeten af te betalen.

Als de strafuitvoeringsrechter beoordeelt dat er een tegenaanwijzing is, die niet kan worden opgevangen door het opleggen van bijzondere voorwaarden, wordt de gevraagde strafuitvoeringsmodaliteit geweigerd.

 

Procedure waarbij u onmiddellijk de gevangenis kan verlaten

De aanvraagprocedure start altijd in de gevangenis, zodat u zich altijd eerst moet aanmelden in de gevangenis als u uw gevangenisbriefje hebt ontvangen.

Het is mogelijk om onmiddellijk na deze aanvraag de gevangenis te verlaten in volgende gevallen:

  • u hebt zich spontaan en binnen de termijn aangemeld in de gevangenis;
  • u bent onmiddellijk in de tijdsvoorwaarden voor elektronisch toezicht of beperkte detentie;
  • u bent niet veroordeeld wegens seksuele of terroristische misdrijven en u vertoont geen tekenen van gewelddadig extremisme.

In dit geval dient u uw aanvraag onmiddellijk in op de griffie. U mag nadien de gevangenis verlaten, aangezien de verdere uitvoering van uw gevangenisstraf automatisch wordt geschorst. U krijgt een inlichtingenformulier mee, dat u binnen de 15 werkdagen moet indienen op de griffie van de strafuitvoeringsrechtbank, samen met de gevraagde documenten.

Het inlichtingenformulier stelt duidelijk welke informatie en bewijsstukken de strafuitvoeringsrechter nodig heeft om een beslissing te nemen over uw aanvraag, zoals bijvoorbeeld: verklaring van huisgenoten, attest van woonst, attest van tewerkstelling of opleiding…

Nadien zal de strafuitvoeringsrechter oordelen op basis van het dossier. Als het nodig is, wordt u uitgenodigd om te worden gehoord op een zitting.

Als uw elektronisch toezicht wordt toegekend, blijft u in vrijheid tot de effectieve aansluiting van het elektronisch toezicht.

Als uw beperkte detentie wordt toegekend, dient u zich binnen de 5 dagen na het definitief worden van de beslissing aan te bieden in de gevangenis, zodat de beperkte detentie alsdan kan starten.

Bij de weigering van uw aanvraag, dient u zich binnen de 5 dagen na het definitief worden van de beslissing aan te bieden in de gevangenis, om uw gevangenisstraf te ondergaan.

Indien u zich niet tijdig aanbiedt, zal dat worden gemeld bij de politie.

 

Procedure aanvraag vanuit de gevangenis

Indien u niet in aanmerking komt om onmiddellijk na aanmelding de gevangenis te verlaten, verloopt bovenstaande procedure in de gevangenis als volgt:

  1. Van zodra u in aanmerking komt voor een strafuitvoeringsmodaliteit, wordt u geïnformeerd door de gevangenisdirectie;
  2. Vanaf dan kan u schriftelijk uw aanvraag indienen op de griffie van de gevangenis;
  3. De Directie stelt een dossier samen en bespreekt met u uw aanvraag. Daarna stelt de Directie een gemotiveerd advies op tot toekenning of weigering van de modaliteit;
  4. Indien noodzakelijk, stelt ook het Openbaar Ministerie een advies op;
  5. De strafuitvoeringsrechter behandelt uw aanvraag. Dit kan schriftelijk of ter zitting.
  6. De strafuitvoeringsrechter neemt een beslissing.

 

In beide gevallen kan u beroep doen op de bijstand van een advocaat doorheen deze procedure. Ook voor ontvangst van het gevangenisbriefje, loont het al de moeite om samen met een advocaat uw dossier voor te bereiden om in te schatten wat de mogelijkheden zijn.

U kan hiervoor uiteraard steeds terecht bij één van onze specialisten strafrecht.

Op zoek naar een advocaat?

Tijdens een eerste consultatie wordt uw probleem besproken, waarbij onze advocaten het juridische kader schetsen en de mogelijke oplossingen overlopen.

MAAK EEN AFSPRAAK