Kennisbank Verkeersrecht Overtreding Cannabis, Cocaïne of andere drugs…

Cannabis, Cocaïne of andere drugs in het verkeer

drugs in het verkeer

Onder invloed een voertuig besturen is strafbaar in België, maar welke stoffen zijn nu juist verboden en wat is de straf? Dit kan gaan van een geldboete en een verval van het recht tot sturen, of zelfs een rijongeschiktheid.

 

Art. 37bis Wegverkeerswet

§ 1.Wordt gestraft met een geldboete van 200 euro tot 2.000 euro:

 hij die op een openbare plaats een voertuig of een rijdier bestuurt, of een bestuurder begeleidt met het oog op scholing, wanneer de speekselanalyse bedoeld in artikel 62ter, § 1, of de bloedanalyse bedoeld in artikel 63, § 2 de aanwezigheid in het organisme aantoont van minstens een van de volgende stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden:

  • Delta-9-tetrahydrocannabinol (THC / Cannabis)
  • Amfetamine
  • Methyleendioxymethylamfetamine (MDMA)
  • Morfine of 6-acetylmorfine
  • Cocaïne of benzoylecgonine

en waarvan het gehalte gelijk is aan of hoger dan het gehalte bepaald in artikel 62ter, § 1, voor de speekselanalyse en in artikel 63, § 2, voor de bloedanalyse;

 hij die een persoon die duidelijke tekenen vertoont van invloed als gevolg van gebruik van één van de stoffen bedoeld in 1° van deze paragraaf, aanzet of uitdaagt tot het besturen van een voertuig of een rijdier of tot het begeleiden met het oog op de scholing;

 hij die aan een persoon die duidelijke tekenen vertoont van invloed als gevolg van gebruik van één van de stoffen bedoeld in 1° van deze paragraaf, een voertuig toevertrouwt om het te besturen of om te begeleiden met het oog op de scholing of een rijdier toevertrouwt;

 hij die op een openbare plaats een voertuig of een rijdier bestuurt of een bestuurder begeleidt met het oog op de scholing gedurende de tijd dat dit hem krachtens artikel 61ter, § 1 en § 2, verboden is;

 hij die, zonder wettige reden, geweigerd heeft zich te onderwerpen :

  • aan de speekseltest bedoeld in artikel 61bis, § 2, 2°,
  • aan de speekselanalyse bedoeld in 62ter, § 1 of aan de bloedproef bedoeld in artikel 63, § 2;

 hij die het rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs waarvan hij houder is, in het geval bedoeld in artikel 61quater, niet heeft afgegeven, of het ingehouden voertuig of rijdier heeft bestuurd.

§ 2. Met gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en met geldboete van 400 euro tot 5.000 euroof met een van die straffen alleen, wordt gestraft hij die, na een veroordeling met toepassing van een bepaling van § 1 of van artikel 34, § 2 of artikel 35, deze bepaling binnen drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan opnieuw overtreedt. In geval van een nieuwe herhaling binnen de drie jaar na de tweede veroordeling kunnen de hierboven bepaalde gevangenisstraffen en geldboetes worden verdubbeld.

Volgens art. 38 Wegverkeerswet kan de Politierechter tevens een verval van het recht tot sturen uitspreken (rijverbod) van ten minste 5 dagen.

 

Een speekseltest of bloedproef weigeren?

Ook die bestuurders die zonder wettige reden een speekseltest of bloedproef weigeren kunnen bovenvermelde straffen worden opgelegd door de Politierechtbank.

 

Rijverbod wegens lichamelijke ongeschiktheid (Art. 42 Wegverkeerswet)

Verval van het recht tot sturen moet uitgesproken worden wanneer, naar aanleiding van een veroordeling of opschorting van straf of internering wegens overtreding van de politie over het wegverkeer of wegens een verkeersongeval te wijten aan het persoonlijk toedoen van de dader, de schuldige lichamelijk of geestelijk ongeschikt wordt bevonden tot het besturen van een motorvoertuig.

De ongeschiktheid wordt als beschermingsmaatregel uitgesproken en is daarom niet hetzelfde als een straf.

De uitspraak van dit verval is mogelijk in elke graad van veroordeling, ongeacht wie het rechtsmiddel heeft ingesteld. In de praktijk komen deze rijverboden vaak voor bij ernstig alcohol- of drugsmisbruik (cannabis, cocaïne, …).

De duur van het verval van het recht tot sturen is afhankelijk van het bewijs dat betrokkene niet meer ongeschikt is om een motorvoertuig te besturen.

 

Rijbewijs terug na art. 42 Wegverkeerswet?

Hij die wegens lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van het recht tot sturen vervallen is verklaard (Art. 42 Wegverkeerswet), kan, na minstens zes maanden te rekenen van de dag van de uitspraak van het vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, een herziening vragen via een aan het openbaar ministerie gericht verzoekschrift voor het gerecht dat het verval heeft uitgesproken. Tegen de uitspraak van dit gerecht staat geen hoger beroep open.

Wordt het verzoek afgewezen dan kan geen nieuw verzoek worden ingediend voordat een termijn van zes maanden te rekenen van de datum van de afwijzing, is verstreken. (Art. 44 Wegverkeerswet)

In de praktijk wordt bij het verzoekschrift een negatieve bloedproef ingediend, waaruit de Rechtbank de rijgeschiktheid terug kan beoordelen.

 

Advocaat art. 42 Wegeverkeerswet

De advocaten verkeersrecht van Advo-Recht.be staan u graag bij met uw verdediging in het kader van art. 42 Wegverkeerswet. In vele gevallen wordt deze verdediging bovendien gedekt door de rechtsbijstandsverzekeraar.

Ook indien de maatregel reeds werd uitgesproken kijken wij de beroepsmogelijkheden na of staan we u graag bij met de opmaak van een verzoekschrift tot opheffing van de maatregel conform art. 44 Wegverkeerswet.

 

Op zoek naar een advocaat verkeersrecht?

Tijdens een eerste consultatie wordt uw probleem besproken, waarbij onze advocaten het juridische kader schetsen en de mogelijke oplossingen overlopen.

MAAK EEN AFSPRAAK