Kennisbank Strafrecht Misdrijven Bedreigingen: mondeling, schriftelijk, met gebaren

Bedreigingen: mondeling, schriftelijk, met gebaren

Er bestaan verschillende vormen van bedreigingen, maar zijn deze ook allemaal strafbaar gesteld door het Strafwetboek? De bedreigingen moeten alleszins ernstig genoeg zijn. We maken een onderscheid tussen mondelinge bedreigingen, schriftelijke bedreigingen en bedreigingen door gebaren of zinnebeelden. Daarnaast is er nog een onderscheid wanneer er een bevel of voorwaarde aan gekoppeld wordt.

 

Mondelinge en schriftelijke bedreigingen

Volgens artikel 327 van het Belgische strafwetboek worden mondelinge en schriftelijke bedreigingen strafbaar gesteld. Essentieel voor dit artikel is dat er bedreigd wordt met een aanslag op personen of eigendommen, dewelke strafbaar is gesteld met criminele straffen.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een bedreiging met bevel of voorwaarde enerzijds, en een bedreiging zonder bevel of voorwaarde anderzijds.

De bedreiging met bevel of voorwaarde wordt gestraft met een gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met een geldboete van honderd tot vijfhonderd euro, te vermeerderen met opdeciemen.

De bedreiging zonder bevel of voorwaarde wordt gestraft met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en met een geldboete van vijftig euro tot driehonderd euro.

 

Wanneer er gedreigd wordt onder bevel of voorwaarde, met een aanslag op personen of eigendommen, waarop geen criminele straf staat maar een minder zware straf, wordt dit strafbaar gesteld door artikel 330 van het Strafwetboek, dat een gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden voorziet en een geldboete van €26 tot €100, te vermeerderen met opdeciemen.

 

In beide gevallen moet er gedreigd worden met een aanslag op personen of eigendommen, dewelke ernstig genoeg moet zijn. Een huismoeder die dreigt dat haar kinderen geen TV mogen kijken als ze hun kamer niet opkuisen, is logischerwijze niet strafbaar. De buurman die u met de dood bedreigt, als je uw auto niet onmiddellijk verplaatst, maakt zich wel schuldig aan strafbare feiten.

 

Het is hierbij niet vereist dat de dader het voornemen zou hebben zijn bedreigingen ten uitvoer te leggen. Ook de vraag of de dader hiertoe wel in staat zou zijn, is irrelevant voor het bewezen verklaren van feiten van bedreigingen.

 

Bedreigingen met gebaren of zinnebeelden

Wanneer iemand door middel van gebaren of zinnebeelden bedreigt met een aanslag op personen of eigendommen, waarop een criminele straf gesteld is, wordt deze strafbaar gesteld door artikel 329 van het Strafwetboek. De straffen betreffen een gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en een geldboete van 26 euro tot honderd euro, te vermeerderen met opdeciemen.

Een gebaar of zinnebeeld kan bijvoorbeeld in bestaan een snijdende beweging over de keel te maken in iemands richting.

Het opzet van de gebaren of zinnebeelden moet erin bestaan gevoelens van schrik te doen ontstaan in hoofde van de persoon die bedreigd wordt.

 

Valse berichtgevingen

De valse berichtgeving over het bestaan van gevaar voor een aanslag op personen of eigendommen, wordt gestraft met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en een geldboete van 50 euro tot 300 euro, te vermeerderen met opdeciemen, volgens artikel 328 van het Belgische Strafwetboek. Opnieuw is hier vereist dat de zogezegde aanslag op personen of eigendommen, strafbaar is met criminele straffen.

Onder dit artikel worden valse bommeldingen en soortgelijke valse berichtgevingen omtrent aanslagen strafbaar gesteld.

 

 

Wordt u als verdachte of slachtoffer geconfronteerd met ernstige bedreigingen? Aarzel dan niet om contact op te nemen met één van onze gespecialiseerde advocaten.

Op zoek naar een advocaat strafrecht?

Tijdens een eerste consultatie wordt uw probleem besproken, waarbij onze advocaten het juridische kader schetsen en de mogelijke oplossingen overlopen.

MAAK EEN AFSPRAAK